02-06-2016
Blijf op de hoogte en volg Jan en Karlien
04 Juni 2016 | Tsjechische Republiek, Praag
Zadni Treban-Praha, do. 2-06-2016 Het pension geeft geen ontbijt en na een kattewaske zitten we al vroeg op de fiets voor de laatste loodjes. Zadni Treban ligt in een groen dal aan de Berounka en het fietspad loopt over een dijkje met haar mee. De Berounka heeft een poepbruine kleur en de wilgen en populieren op haar oevers, noch de wolken veranderen haar kleur. We steken enkele keren de rivier over, een keer samen met de trein. Denderend! In Cernosice drinken we koffie met een snoepontbijtje. Het dal wordt breder, de heuvelflanken meer bebouwd. Bij het kerkje van Radotin steken we voor het laatst keer de Berounka over en zien de eerste contouren van Praag. Dan volgt een industrieterrein en een stuk grote weg, levensgevaarlijk voor fietsers. Gelukkig slaan we snel af naarZbraslav om vandaar de Moldau te volgen. Het fietspad langs de Moldau heet A2, een echte snelweg voor fietsers. Ze delen die met joggers, wandelaars en vooral keuvelende, skeelerende moeders achter de wandelwagen. Zelfs peuters met hun loopfietsje doen al mee. Het is heerlijk fietsen langs het water en onder de bomen tot het fietspad zich verwijdert en we langs een drukke verkeersweg door een poort in een rots Praag binnenrijden. De gps leidt ons door de stad naar het eindpunt: het centraal station. Wat een afknapper, wij die de Praza de Obradoiro of het Sint Pietersplein als eindpunt gewend zijn. Een info dame helpt ons zoeken naar een onderkomen. Het wordt pension Dientzenhofer En boffen, het ligt strategisch heel goed, in het stadsdeel onder de Praagse burcht. Praag is een stad met grandeur. Na een kwartiertje fietsen heb je dat al door. In het pension krijgen we een ouderwets hoge kamer met zes luchters. Een oase van rust, heerlijk. Na dik twee weken fietsen in de natuur overvalt de drukte van een metropool. Er staan 1257 km. op de teller. We installeren ons om eens een paar dagen niet vanuit de tassen te leven. De baas van het huis is ons zeer ter wille bij het opstellen van een programma om Praag te leren kennen. Wij beginnen met een half uurtje rust terwijl buiten de regen ruist. Ons eerste bezoek is aan het kindje Jezus van Praag dat ik ken vanuit mijn kindertijd. Sterker Praag was geassocieerd met dat Jezuskind. Bovendien is het bij ons om de hoek. Het beeldje werd gemaakt in Spanje in de 16de eeuw, was een huwelijkscadeau aan Polyxene de Lobkowitz die het aan het carmelieten klooster schonkmna de dood van haar man. Het kindje heeft (net als Manneke Pis in Brussel) verschillende manteltjes die wisselen met de kleuren van het kerkelijk jaar: vandaag een groen manteltje. Het wonder kindje staat in een schrijn in een zij altaar midden in de kerk en het zijn de bedevaartgangers die er de aandacht op vestigen. Immers deze Mariakerk is zo uitbundig versierd, elk altaar zwart met gouden heiligen beelden en uitbundig opgeleukt met engeltjes. Het kindje zou amper opvallen. Een paar honderd meter verder staat de Sint Nicolaas kerk, een van de bekendste Praagse barokkerken. Bij de ingang een zure non achter de kassa. Toch maar een kaartje gekocht. Wel een kijkkerk, barok ten top! Zwierige heiligenbeelden, groter dan levensgroot, een koepel en plafonds een en al fresco, pilaren grotendeels van veelkleurig echt marmer en we kunnen ook nog een verdieping hoger het geheel bewonderen. Na de kerk het cafe. En dan volgen we de horde toeristen naar de Karelsbrug, de fraaiste brug van Praag maar ook letterlijk van de ommelanden. We wandelen over een marktje met plaatselijke lekkernijen en door een park met kunst. Het kan niet op. Op een terrasje aan de Moldau eten we een geroosterde forel. Om tien uur liggen we op een oor. Onze eerste dag in Praag kan niet mee